VIC DE DONDER

 

Van oktober 1975 tot mei 1979 was Vic De Donder attaché op het kabinet van toenmalig minister van Nederlandse Cultuur en Vlaamse aangelegenheden Rika De Backer (CVP). Hij assisteerde bij de communicatie met de pers en kreeg als adviseur het sportbeleid toegewezen. Zijn periode op het kabinet van De Backer is niet ongemerkt voorbijgegaan. De Donder stond mee aan het roer van twee opmerkelijke initiatieven inzake het sportbeleid in de jaren zeventig van vorige eeuw, in Vlaanderen en internationaal.

Vooreerst was er in april 1976 de Sport+ actie Toss 80, dat stond voor ‘Technische Opleiding Sport en Spel van nu tot 1980’. Er waren drie doelen: werkloze licentiaten en regenten lichamelijke opvoeding massaal inschakelen, zo veel mogelijk mensen sportopleiding aanbieden (massasport bevorderen) en specifiek jonge werklozen sportvorming geven. Dat gebeurde in de mobiele sportscholen en in de sportateliers. ‘Het begint erop te lijken dat met Toss 80 en de inspanningen van vele duizenden mensen ook daadwerkelijke staatshulp van de grond komt, die het mensenrecht op sportbeoefening kan waarborgen’, stond in Het Volk.

Het tweede initiatief was de organisatie van een internationaal congres over geweld in de sport in Brussel. Dat ging door in het Egmontpaleis van 6 tot 8 september 1977. Internationaal werd vastgesteld dat het geweld in de sport - zowel bij recreatie- als topsport - zorgwekkend toenam. Op het congres kwam de analyse van het probleem uitvoerig aan bod en werden resoluties met beleidsmaatregelen opgesteld. De Donder was voorzitter van de Stuurgroep die het congres inhoudelijk in goede banen moest leiden.

Minister Rika De Backer had bij de start van het congres twee precieze doelstellingen geformuleerd. ‘Op korte termijn regeringen en internationale sportverenigingen aanzetten tot het nemen van op Europees niveau gecoördineerde maatregelen. Op lange termijn het organiseren en stimuleren van het wetenschappelijk onderzoek naar de oorzaken toe van het geweld in de sport.’

‘Dit congres’, aldus nog De Backer, ’heeft derhalve de duidelijke bedoeling de hoogste instanties in de sportwereld samen te brengen om het probleem te onderkennen en er iets tegen te ondernemen’.

Het congres werd voor De Backer de stuwende kracht om op Europees niveau het probleem ernstig aan te pakken. De strijd tegen geweld in de sport én voor een wereldwijde sportethiek in al haar aspecten stond op de rails.

Bij Vic De Donder kwam dankzij het congres de serviceclub Panathlon International in het vizier. Die was in Venetië, in de schoot van het Italiaans Olympisch Comité, ontstaan in 1951. Panathlon was organisatorisch geïnspireerd op bekende serviceclubs als Rotary en Lions en inhoudelijk geïnspireerd door de olympische gedachte.

Zo ontstond een serviceclub met als doel wereldwijd de ethische waarden in de sport én de jeugdsport te verdedigen, rekening houdend met de maatschappelijke en historische evoluties. De vereniging ziet er bovendien op toe dat de sport de zuiverheid van haar ideaal bewaart, dat er vriendschapsbanden worden gesmeed tussen individuen en volkeren, ongeacht nationaliteit, ras, godsdienst of politieke overtuiging.  Tot 1960 bleef Panathlon een Italiaanse aangelegenheid. Nu zijn er over heel de wereld 200 clubs. In Vlaanderen zijn er vijf clubs: Brussel, Gent, Antwerpen, Leuven en Universiteit Antwerpen.

In het spoor van het congres in Brussel werd een ‘Europese associatie voor de strijd tegen geweld in de sport’ opgericht. Vic De Donder werd secretaris-generaal van de organisatie, die als doel had alle geweld in de recreatie- en topsport, individueel of collectief, te voorkomen en te verbannen.

Panathlon International sprong dus meteen mee op de kar van wat België in gang had gezet. ‘Geweld in de sport’ werd in 1979 dan ook het discussiethema voor de panathleten in alle clubs met als orgelpunt een congres over hetzelfde thema op 25 en 26 mei in Firenze. Als expert opende De Donder het congres.

Vic De Donder had meteen begrepen dat Panathlon International de geknipte organisatie was om als drukkingsgroep en stakeholder binnen de internationale sportwereld de thema’s ‘geweld in de sport’ en ‘ethiek in de sport’ blijvend op de (politieke) agenda te houden. Hij zocht daarom met enkele vrienden naar belangrijke personen in de Vlaamse sportwereld om lid te worden van de eerste Belgische club. Panathlon Vlaanderen werd op 2 mei 1978 opgericht en De Donder was de eerste voorzitter.

Van bij de start had Panathlon Vlaanderen een ander profiel. De Donder was sterk gefocust op de sportmoraal. Volgens hem was er een kloof  tussen gezonde sportbeoefening en té commerciële competitiebeleving. ‘Enerzijds krijgen jongeren waarden als fairplay, kameraardschap en gezondheid voorgeschoteld en anderzijds moeten ze te allen prijze winnen en professioneel spelen.’ Panathlon had volgens hem als doel de sportwaarden levendig te houden én te waken dat sport in dienst staat van de mensen en niet andersom.  

Panathlon Vlaanderen mengde zich tevens, onder impuls van De Donder, meteen op het internationale forum en drong aan om meer werk te maken van een sterke inhoudelijke boodschap. Binnen Panathlon Vlaanderen werd daarom veel aandacht besteed om op inhoudelijk vlak duidelijke boodschappen te formuleren in verband met de positieve waarden in de sport, en die dan te promoten. Panathlon Vlaanderen zou, aldus De Donder, de ‘Senaat van de sport’ moeten zijn.

De druk van Panathlon International om meerdere clubs in België op te richten werd echter sterker en sterker. Mede onder impuls van Jacques Rogge en in samenspraak met de stichters van de Sportservice club Internationaal Gent, werd op 18 mei 1987 Panathlon Gent opgericht. Mede met Paul De Broe heeft Vic De Donder de naam Panathlon Vlaanderen gewijzigd om eventuele verwarring te kunnen vermijden.

Omdat ondertussen het ledenaantal sterk was toegenomen, werd besloten om Panathlon Vlaanderen verder op te splitsen in kleine clubs. Zo ontstonden Panathlon Brussel en Panathlon Antwerpen. Er werd voor Brussel gekozen om de band op het nationale en Vlaamse niveau te kunnen behouden en om ook in de provincie Vlaams-Brabant aanwezig te zijn. Panathlon Limburg, Panathlon Leuven en Panathlon PCU Antwerpen volgden later.

Ook weer onder de stuwende kracht van Vic De Donder lanceerde Panathlon Vlaanderen in 1988 het Panathlon Stipendium, dit in samenwerking met de Koning Boudewijnstichting. Van 1988 tot 2002 werd jaarlijks een beurs van 1.000.000 Belgische frank toegekend aan een belangrijk en innemend project in de sportsector en dit dankzij de steun van de Nationale Loterij. Het eerste stipendium ging naar ‘fan-coaching project’ van de KU Leuven. Sedert 2005 is het stipendium omgevormd tot een subsidie van 30.000 euro voor de organisatie van een teken/fotowedstrijd voor de eerste vier leerjaren van het secundair onderwijs en het buitengewoon onderwijs en voor de jongerensportclubs.

Ondertussen was Vic De Donder ook actief bij Panathlon International. Van 2002 tot 2012 was hij lid van het internationaal bestuur en van 2004 tot 2008 was hij zelfs internationaal ondervoorzitter. Nadien was hij voorzitter van het ‘Wetenschappelijk en Cultureel Comité van Panathlon International’, zeg maar de denktank van de organisatie en voorzitter van het district België. Van bij de stichting in 2009, waarbij Panathlon International betrokken was, was Vic De Donder tevens lid van de Raad van Bestuur en van de Algemene Vergadering van het Internationaal Centrum Ethiek in de Sport (ICES). ICES is een door de Vlaamse overheid erkende organisatie voor beleidsondersteuning en praktijkontwikkeling op het vlak van ethisch sporten.

De Nederlandstalige Panathlonclubs, sinds 2006 gecoördineerd door Panathlon Vlaanderen Internationaal, lieten gauw van zich horen. Zo waren zij de motor voor één van de belangrijkste ‘officiële’ verklaringen in de internationale sportwereld. Op een conferentie in Gent op 24 september 2004 werd de ‘Panathlon Verklaring over Ethiek in de Jeugdsport’ voorgelegd en goedgekeurd. Deze Verklaring wordt nu wereldwijd uitgedragen door Panathlon International en is al door tientallen sportfederaties erkend en ondertekend. Ook aan de sportclubs wordt gevraagd om de Verklaring te ondertekenen en er natuurlijk ook naar te handelen.

Naar aanleiding van de tiende verjaardag van de Verklaring zei Vic De Donder in Gent op 4 oktober 2014: ‘Met deze Verklaring bekleedt Panathlon International de plaats die ze verdient in de internationale sportwereld. Het is het enige document in de wereld dat door het IOC en bijna alle sportfederaties is onderschreven. Ik vraag aan alle regeringen om de principes van de Verklaring op te nemen in hun wetgevend werk en het als een integraal element van hun sportbeleid te beschouwen.’   

Vic De Donder wilde nog verder gaan in zijn ambitie om geweld uit de sport en de jeugdsport te krijgen. Hij droomde van samenwerking met de Europese Unie (EU) en was volop bezig met de uitbouw van een netwerk in de Europese instellingen. Hij wilde tevens in de schoot van UNICEF een werkgroep oprichten om de kracht van de Panathlonverklaring nog te versterken. Zijn plotse overlijden heeft deze ambities gedwarsboomd.

Vic De Donder werd in de internationale sportwereld sterk gewaardeerd. ‘Hij was voor velen onder ons de geestelijke vader en de grote bezieler van de universele ethische waarden in de sport’, aldus ICES.  ‘Hij heeft zijn filosofie overgebracht naar de ‘Verklaring over Ethiek in de Jeugdsport’ en hij heeft zich meer dan 35 jaar bij Panathlon ingezet in diverse functies’, schreef Giacomo Santini, van 2012 tot 2016 voorzitter van Panathlon International, in zijn ‘in memoriam’. ‘Als voorzitter van de het ‘Wetenschappelijk en Cultureel Comité’ heeft hij zijn inhoudelijke en creatieve kwaliteiten ten dienste gesteld van de organisatie die zijn tweede familie werd: Panathlon International’

Als stichter van de eerste Vlaamse Panathlonclub en voor zijn verdiensten op nationaal en internationaal vlak kreeg Vic De Donder op 23 januari 2018 postuum de Domenico Chiesa Award (vertegenwoordigd door Paul Standaert). De prijs wordt door Panathlon International uitgereikt aan personen die een wezenlijke bijdrage hebben geleverd bij het uitdragen van de morele, culturele en sportieve waarden van Panathlon.

bron: Johan De Donder